Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

loeren

betekenis & definitie

(loerde, heeft geloerd),

1. (overg.), scherp waarnemen, in de gaten houden. Elke dag klein beetje pindakaas, gesmeerd met één kant van dat mesje! En me moeder die me loert of ik nie teveel neem... (Cairo 1977:17).
2.(onoverg.), wild opwachten om het te doden. Het op wacht zitten, al of niet op een hoogzit, bij voedsel of drinkplaats van wild, bekend als ‘loeren’, is een algemeen gebruik ( ) (Enc.Sur. 307).
- Etym.: AN /. = scherp kijken, vaak met valse blik en gewoonlijk met baatzuchtige bedoelingen en/of zelfs vanuit een verdekte opstelling.

< >