Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

joost

betekenis & definitie

(de, -en), (verouderend) kleine knikker met gekleurde figuren, om mee te spelen. Als ze klaar zijn met spelen, geven ze de gewonnen joosten terug (Hijlaard 17).

- Etym.: Vgl. E jostle, justle = botsing, stoot die doet schudden; to jostle, to justle = o.m. botsen, stoten tegen. S josi.
-Zie ook: enkel, jowka, spuit, tol.

< >