Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

haring

betekenis & definitie

(de, -en), een soort draadharing, een grote haringachtige zeevis (Ophistonema oglinum). De volgende dag bij het ontbijt van koude cassave en knapperige haring aan een van de volle scheepstafels, werd mij het een en ander duidelijk gemaakt ( ) (Roemer 1982: 75)

-Etym.: Het dier lijkt op AN h., een kleinere zeevis (Clupea harengus), die ook wel geconserveerd in Sur. wordt ingevoerd.
- Zie ook: sansan.

< >