(niet alg.)
1. (de), boom met gevinde bladeren en behaarde bloempjes in kegelvormige pluimen (Guarea gomma, Mahoniefamilie). Gomma-hout ( ) is een boschboom, waarvan het hout soms voor constructie doeleinden wordt gebruikt (Stahel 1944: 79).
2. (het), hout van deze boom.
- Etym.: Zie de wet. naam; zie hout (c). Zie ook: gomboom.