(de), tapioca in de vorm van zuiver cassavemeel. Zuiver zetmeel uit de cassaveknollen wordt bereid door fijngeraspte knollen met veel water uit te spoelen en het zetmeel te laten bezinken.
In Suriname bereidt men slechts op kleine schaal dit meel, dat hier als gomma bekend staat en gebruikt wordt voor het stijfselen van kleren. (Ost. 40). - Etym.: Vgl. S goma, Braz. göma = tapioca. Oudste
vindpl. Teenstra 1835 II: 262.
- Samenst. gommakoek(je). Zie ook: tapioca.