(de),
1. insektendodende, vernevelbare vloeistof voor huiselijk gebruik. Zelfs mijn broer was onder de indruk, een paar dagen nam hij geen proeven meer met kakkerlakken (hij prikte ze gewoonlijk vast in de grond of de vloer met een lang puntig staafje, nadat hij ze met ‘flit’ verdoofd had, goot daarna lighter fluid over ze en stak ze in brand) ( ) (Rappa 1980: 87).
2. spuit voor het vernevelen van flit (1), ‘flitspuit’.
- Etym.: Genoemd naar het aanvankelijk enige en later nog veel verkochte merk Flit. Zie ook: flitten (1).