(de, -bomen), (veroud.) vermoedelijk Ficus maxima (Bospapajafamilie), S katoe, de grootste abrasa (boomwurger) van Suriname, die zelf tot een zeer grote boom uitgroeit; misschien ook naam voor andere liaanvormige Ficus-soorten. Alleen bij Hartsinck (1770: 83): Men vindt 'erook een verwonderenswaardig soort van Lianes of Niby, welke zich om een Boom hechtende de gedaante aanneemt van een paar Menschen met de Armen in malkander gestrengeld: waarom men hem de naam geeft van Adamen-Evaas-boom.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk