Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

abrasa

betekenis & definitie

(de, -’s), naam voor de boomwurgers, een aantal liaansoorten behorende tot de Bospapajafamilie en de Savannemangrofamilie. De abrasa onttrekt niets aan de gastheer, maar onthoudt hem met de dichte kroon van grote bladeren licht, terwijl de wortels hem ernstige voedselconcurrentie aandoen (WB e.a. 82).Etym.: S (a brasa = lett. hij omarmt).

< >