Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

Gepubliceerd op 28-09-2020

aardvrucht

betekenis & definitie

(de, -en), in de grond groeiende, eetbare knol (in Suriname cassave, zoete patat, jams en napi). Gebakken aardvruchten met kaas. ( ) Laat in een grote koekepan () de margarine heet worden.

Doe er de plakken gesneden aardvruchten in, gemengd met stukjes kaas en ui (Voeding goed 22). Etym.: Ook AN, maar zeer weinig gebr. Opm.: Vrijwel altijd gebr. in het mv.

< >