op komst zijn, staan te gebeuren, ophanden zijn. Voorheen in til zijn, waarin til het verbale abstractum is van tillen, heffen. In til betekende oorspr. in de weer, aan het werk; zie Plantijn: „vroech in til zijn, est re matineux, estre matin en besongne”; sinds de 17de eeuw in ft) til zijn, gaande zijn, aan de gang zijn. Uit de bet. van aan de gang, in uitvoering zijn, vloeit die van ophanden zijn gemakkelijk voort. Fr. s’approcher; se préparer, Hd. im Anzug sein; Eng. to be at hand; to be brewing.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk