Gepubliceerd op 30-07-2020

Op een prik

betekenis & definitie

in de uitdr. iets op een prik weten, het zeer nauwkeurig weten, „tot een stipje toe”: prik staat hier voor: spoor van een ingestoken fijne punt, dus iets heel kleins. Op een prik bet. dan eig.: zo dat het geen prik, geen stipje scheelt; vgl. bij Vondel „tot een prick toe naeu en juyst” (ed. Van Lennep 2, 682; W.B.-uitg. 3, 192). Ook in het Nd. bekend (Bolte-Seelmann, Nd. Schausp. 121 (1618)). Vgl. Fr. savoir ä point; Hd. etw. auf ein Härchen wissen; bis aufs of zum Tz; Eng. to know it to a nicety, to a crumb.

< >