Gepubliceerd op 24-06-2025

Dat smaakt als klokspijs.

betekenis & definitie

[„Klokspijs,” zegt bilderdijk, in zijne Aant. op hooft, iii. bl. 166, „is metaal, waar men klokken, geschut, enz. van giet; maar klokken beteekent ook slokken, en in dezen zin is klokspijs spijs, die men maar te slikken heeft, en niet behoeft te knauwen; in dezen zin wordt het voor byzondere lekkerny gebruikt.” De laatste beteekenis zal in dit spreekwoord wel alleen gelden; en moge het alzoo „opgaan als spijze, door een kok gereed gemaakt, en daardoor zooveel smakelijker als een daagsche pot,” klokspijs is daarom nog geene verkeerde uitspraak van kokspijs, zoo als Prof. visscher verzekert. tuinman wist ook met dit spreekwoord geen’ weg].

< >