[„Klokspijs,” zegt bilderdijk, in zijne Aant. op hooft, iii. bl. 166, „is metaal, waar men klokken, geschut, enz. van giet; maar klokken beteekent ook slokken, en in dezen zin is klokspijs spijs, die men maar te slikken heeft, en niet behoeft te knauwen; in dezen zin wordt het voor byzondere lekkerny gebruikt.” De laatste beteekenis zal in dit spreekwoord wel alleen gelden; en moge het alzoo „opgaan als spijze, door een kok gereed gemaakt, en daardoor zooveel smakelijker als een daagsche pot,” klokspijs is daarom nog geene verkeerde uitspraak van kokspijs, zoo als Prof. visscher verzekert. tuinman wist ook met dit spreekwoord geen’ weg].
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk