Wat is de betekenis van Dat smaakt als klokspijs.?

2025-07-27
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

P. J. Harrebomée (1858)

Dat smaakt als klokspijs.

[„Klokspijs,” zegt bilderdijk, in zijne Aant. op hooft, iii. bl. 166, „is metaal, waar men klokken, geschut, enz. van giet; maar klokken beteekent ook slokken, en in dezen zin is klokspijs spijs, die men maar te slikken heeft, en niet behoeft te knauwen; in dezen zin wordt het voor byzondere lekkerny gebruikt.” De laatste beteekenis zal in dit spre...