(Gr. diaspora) Het in den vreemde verspreid wonen der joden tussen andersdenkenden.
Jakobus, een dienstknecht van God en van de Here Jezus Christus, groet de twaalf stammen in de verstrooiing (Jak. 1:1). Vgl. SV, Jer. 25:34.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: