Redder, bevrijder, Heiland. Aanduiding van God en Christus.
Moge de woorden van mijn mond en de overleggingen van mijn hart U welgevallig zijn, o HERE, mijn rots en mijn verlosser (Ps. 19:15). De Verlosser zal uit Sion komen (Rom. 11:26).
Vgl. 2 Sam. 22:2-3, Ps78:35, Jes. 43:14, 47:4 en 63:16.
Het NT gebruikt in de regel het woord Heiland (zie bijv. Luc. 2:11, Joh. 4:42, 2 Tim. 1:10 en 1 Joh. 4: 14)