Aanduiding voor de lijfwacht van koning David, waarschijnlijk voornamelijk uit Filistijnen bestaande. De Krethi, Kretenzers, waren afkomstig van het eiland Kreta; de herkomst van het woord Plethi is onzeker. De uitdrukking heeft, bij uitbreiding, een ongunstige betekenis gekregen: allerlei Krethi en Plethi, allerlei gespuis.
De koning dan ging heen en al het volk volgde hem op de voet; bij het Verre Huis bleven zij staan en al zijn dienaren trokken langs hem heen, benevens alle Krethi en alle Plethi (2 Sam. 15:18).
De CV maakt melding van ‘de Kretenzen en de Peletiërs’, de WV van ‘de Keretieten en Peletieten’. Ook de nieuwere drukken van de NV spreken van ‘Keretieten en Peletieten’. Vgl. 2 Sam. 8:18, 20:7, 20:23, 1 Kon. 1:38, 1:44 en 1 Kron. 18:17.