In de rouw zijn. Als teken van rouw strooiden de Israëlieten as op hun hoofd en kleedden zich in een schamel, vormloos gewaad. Moderner: terneergeslagen zijn, in de put zitten.
Toen Mordekai vernam wat er gebeurd was, verscheurde Mordekai zijn klederen, hulde zich in zak en as en ging door het midden van de stad, terwijl hij luid en bitter jammerde (Est. 4:1).
Vgl. Sam. 3:31, 1 Kon. 21:27, Neh. 9:1, Dan. 9:13 en Jona 3:6.