Goed opgenomen worden, een goed onthaal vinden. Oorspr. gezegd, in de gelijkenis van de zaaier, van zaad dat in vruchtbare bodem viel.
En het overige viel in goede aarde en opkomende en uitstoelende gaf het vrucht, en het droeg tot dertig-, zestigen honderdvoud toe (Mar. 4:8). Vgl. Mat. 13:8 en Luc. 8:8.