Gepubliceerd op 24-06-2025

herder

betekenis & definitie

Bewaker, leidsman. In oosterse landen een veel voorkomende beeldspraak om een koning of een leider in religieuze zin aan te duiden.

God, voor wiens aangezicht mijn vaderen Abraham en Isaak gewandeld hebben; God, die mij als herder geleid heeft, mijn leven lang tot op deze dag (Gen. 48:15). De HERE is mijn herder, mij ontbreekt niets (Ps. 23:1).

Vgl. Gen. 49:24, Num. 27:17, Ps. 80:2, Jes. 40:11, Jer. 23:4, Ez. 34:11-12, Zach. 10:2, Mat. 9:36 en Mar. 6:34.

< >