God.
Voorts sprak God tot Mozes en zeide tot hem: Ik ben de HERE. Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God de Almachtige, maar met mijn naam HERE ben Ik hun niet bekend geweest (Ex. 6:1-2).
Vgl. Gen. 15:7, Lev. 18:5,19:2, Num. 3:13, Joz. 24:17,1 Kon. 18:39, Jes25:I> 42:8, Zach. 13:9, Hand. 4:24,1 Kor. 8:6 en Op. 1:10.
De CV heeft hier in de regel ‘Jahweh’, de WV heeft ‘Jahwe’ op vrijwel al deze plaatsen.