Spreekwoorden en gezegden met 'tim'

Hij die door velen gevreesd wordt, moet voor velen vrezen

leder spreekt zoals hij is opgevoed en overeenkomstig zijn aard en beroep

Ieder spreekt of uit zich overeenkomstig zijn aard of de trap zijner beschaving

Al is iemand niet ontwikkeld, dan kan hij toch nog wel wat presteren

‘Timide’, van Lat.: timidus, vreesachtig, bedeesd, beschroomd

Goed afmetingen kunnen schatten, zoals een vakkundig timmerman dat kan

Bang zijn voor zweet

Zelfs bang zijn voor de schaduw

Hoop en vrees wisselen elkaar voortdurend af

Leven tussen hoop en vrees

Hij treedt de zaak angstig tegemoet

Vgl.: Hij loopt als een kat om de hete brei

De dood te wensen is laf

De moeder van iemand die bang is, huilt niet

Dat zijn onnozele, flauwe kwinkslagen

Onervarenheid leidt tot zelfvertrouwen, kennis tot schroom

Een effectief geneesmiddel tegen angst is mildheid

Iedere ellende is een beangstigend iets

Erop los slaan, vechten

Niet bijster ontwikkeld zijn

De angst gaf de voeten vleugels

Angst is een dwingend iets

Een bange hond blaft harder dan hij bijt

Blaffende honden bijten niet