Dat is laag. Dat is gemeen

Alles wat minderwaardig is wordt in de spreektaal met ‘laag’ aangeduid (laag bij de grond, laaghartig, een lage streek e.d.)

Dat is apekool

Dat is onzin

Dat is apeliefde

Dat is liefde die meer kwaad dan goed doet

Dat is apeliefde

Dat is slechts liefde in schijn, van voorbijgaande aard

Dat is bakerpraat

Dat is onzin

Dat is geblazen

Dat is verloren

Dat is brandhout

Dat is waardeloos

Dat is crimineel

Dat is vreselijk

Dat is droogstoppel

Dat is iemand met wie nooit iets te beleven valt

Dat is duitenplaterij

Dat is gepraat over onnozele zaken, terwijl er belangrijke zaken aan de orde zijn

Dat is monnikenwerk

Dat is een lastig en tijdrovend karwei

Dat is monnikenwerk

Men bedoelt hiermede: vergeefs werk. Nieuwe kloosterlingen liet men, om hun blinde gehoorzaamheid te beproeven, allerlei nutteloos werk doen, bijv. bomen planten met de wortels naar boven, zand wegkru...
Lees meer

Dat is putlut

Dat is een hoop drukte om niets

Dat is bijbeltaal

Daartegen is niets in te brengen

Dat is taptoe

Het is genoeg, hierbij kan het blijven

Dat is af

Dat is volkomen in orde, volmaakt, afgemaakt, er valt niets op aan te merken

Dat is boerenbedrog

Hiermee bedoelt men het bedrog, dat op boeren wordt gepleegd door kwakzalvers e.d

Dat is dun

Dat is niet ‘fair’, dat is kleingeestig, kleinzielig. De betekenis van ‘dun’ in dit verband is niet recht duidelijk

Dat is fataal

Van Lat.: fatum, noodlot, lot. Derhalve: dat is noodlottig. Een fatalist is iemand, die gelooft aan de machteloosheid van de mens tegenover het noodlot

Dat is gemaakt

Dat is voor elkaar, dat is in orde, dat kan

Dat is ouderwets

‘Wet’ betekende oudtijds: aard, wijze, soort, manier. Derhalve: naar de oude aard, wijze enz. De tegenhanger is: nieuwerwets of modern

Dat is tof

‘Tof’, van Hebr.: tób, goed, en vandaar: goed, leuk, aardig, geschikt. Vgl.: toffe jongens
toon meer resultaten