Zijn kap sturen
Op zich laten wachten; niet komenIemand de kap vullen
Hem om de tuin leiden, hem foppenIemand de kap vullen
Hem om de tuin leidenIemand de kap verzetten
Iemand een standje gevenIemand de kap verzetten
Iemand de mantel vegen, hem berispenIemand de kap verzetten
Gekscherend voor: iemand een standje gevenKap en keuvel verliezen
Tot armoede vervallenIemand de kap aansteken
Hem voor de gek houden, hem bespottelijk makenOp iemands kap rijden
(Z. N.) Kwaad van hem sprekenDe meiboom staat in kap
Of: De vlag staat in kapDe meiboom staat in kap
Wij zijn waar wij wezen moeten, wij hebben (nagenoeg) ons doel bereiktDe koralen kap op hebben
Uit zijn humeur zijn, «de bokkepruik ophebben»Het zijn kap laten horen
Niet luisteren; het gezegde aan zich laten voorbijgaan, er zich niets van aantrekkenIets op iemands kap schuiven
Iemand van iets betichten, hem er de schuld van geven, hem er voor aansprakelijk stellenIn de kap geleid worden
Bedrogen wordenKap en kovel afwerken (verspelen)
‘Kovel’ (ook: keuvel), hoofddeksel der geestelijke zusters. Bij uitbreiding: vrouwenkapje, later: kapmantel. ‘Kap’ is eveneens bedoeld als: hoofddeksel. Vermoedelijk heeft men bij de woorden ‘kap’ en ...Lees meer
De kap op de tuin hangen
Het kloosterleven vaarwel zeggenDe kap op de tuin hangen
De kap over de haag gooienDe kap op de tuin hangen
‘Kap’ betekent hier: monnikskap, en ‘tuin’ betekent oorspronkelijk: omheining. De gehele uitdrukking betekent dus: het klooster verlaten, geen monnik meer willen blijven. In het algemeen: een ander be...Lees meer