Acer campestre: De Spaanse aak is een hoge struik of kleine boom met een zeer dichte, onregelmatig gevormde kroon. De stam is knoestig.
De jonge twijgen zijn bruinrood van kleur en aan de top iets behaard. Op oudere twijgen zijn vaak kurklijsten aanwezig. De knoppen zijn klein van stuk en roodbruin van kleur. De bladeren hebben bij het uitlopen een roodachtige kleur, maar ze worden vrij snel groen. Ze zijn 5 tot 10 cm lang en drie- tot vijflobbig. De lobben zijn meestal stomp en de onderzijde van het blad is iets behaard.
De bladsteel is vrij lang, tot wel 8 cm. De bloemen zijn geelgroen van kleur en staan in trossen. De bloeitijd, april-mei, brengt met zich mee dat de bloemen ongeveer gelijktijdig met de bladeren verschijnen. Hierdoor valt de bloei niet echt op. Na de bloei ontwikkelen zich zogeheten dopvruchten. Deze zijn gevleugeld, waarbij de vleugels in eikaars verlengde staan.Voor kleinere tuinen is Acer campestre 'Nanum' meer geschikt. Deze cultivar vormt een lage, dichte struik van 1,5-2 meter hoog. De plant is ook op hoogstam geënt verkrijgbaar. De blaadjes zijn aanmerkelijk kleiner dan die van de gewone Spaanse aak. De cultivar A. 'Elsrijk' is een bekende vorm die uniform groeit en een mooi gesloten, breed-kegelvormige kroon vormt. Een mooie eigenschap van de Spaanse aak is de schitterende gele herfstkleur. Acer campestre wordt ook vaak in combinatie met meidoorn en els gebruikt in een zogeheten Zeeuwse haag, maar zo'n mengeling van verschillende soorten heeft wel iets meer ruimte nodig.
