Gepubliceerd op 22-02-2023

Snoeitechniek Wortelsnoei

betekenis & definitie

WOEKERENDE WORTELS

Er zijn nogal wat plantensoorten die woekerende eigenschappen bezitten. Als ze hun gang kunnen gaan, groeien ze uit tot een groot tapijt. Veel vaste planten hebben die eigenschap, maar ook onder heesters komt het voor. Omdat die meestal veel groter van omvang zijn, kan dat vergaande consequenties hebben voor de tuin. Een sneeuwbes bijvoorbeeld blijft geen gewone struik die vanuit één punt zijn vorm en hoogte zoekt, maar vormt een uitstoelend wortelgestel waarmee hij omliggende planten ondergronds flink kan overwoekeren. Bij dergelijke soorten is het noodzakelijk af en toe een wortelsnoei toe te passen.

WORTELS DOORSTEKEN

Bij heesters die een woekerend wortelgestel hebben, is het noodzakelijk de breedte te bepalen die de wortels maximaal mogen hebben. Het beste kan worden uitgegaan van de halve hoogte van de plant als wortelruimte rondom de stam. Bij een struik als Symphoricarpos, die zo'n 1,50 meter hoog wordt, moet dus een wortelomtrek van zo'n 75 cm uit de stam worden aangehouden. Alle wortels die daar buiten groeien, moeten worden verwijderd. Dat kan het beste met een scherpe spade gebeuren, waarmee tot op 30 centimeter diepte alle uitgroeiende wortels worden afgestoken en weggehaald. De doorgestoken wortels zullen nieuwe haarwortels vormen en na enkele jaren moet deze snoei worden herhaald.

WORTELSNOEI BIJ VERPLANTEN

Bij bladverliezende heesters die worden verplant, is het goed de bovengrondse takken met een derde deel terug te knippen om het groeiproces te bevorderen. Als zo'n heester echter een breed vertakt wortelstelsel heeft, kunnen de worteluiteinden ook iets worden bijgeknipt. Het terugknippen van de worteluiteinden zal de ontwikkeling van het wortelstelsel aanmerkelijk bevorderen.

VERPLANTEN VAN GROTERE BOMEN EN STRUIKEN

Wortelsnoei wordt ook toegepast op grotere bomen en struiken die moeten worden verplant. Aan het eind van de zomer, eind augustus of begin september, wordt rondom de boom of struik op zo'n 40 tot 50 centimeter uit de stam een sleuf gegraven tot op 40 centimeter diepte. Steek alle wortels die u tegenkomt door. Laat de boom of struik op deze plaats staan, maar vul de gegraven sleuf weer op met potgrond en dek de bovenlaag af met tuingrond. Geef flink wat water, zeker wanneer het warm en droog weer is. In de sleuf zal de plant nieuwe haarwortels vormen.

In het voorjaar, of nog beter in het najaar daarop, kan de plant worden uitgegraven om vervolgens te worden verplaatst naar zijn nieuwe plek. De nieuwe wortels zorgen ervoor dat de boom of struik minimale hinder ondervindt van deze verplanting.

< >