Eindpunt waarheen. Terminus motus, Eindpunt der beweging. Terminus mutationis, Eindpunt der verandering. Terminus qui, Eindpunt dat bereikt wordt. Terminus quo, Eindpunt waardoor iets bereikt wordt. Terminus rationis, Begripseindpunt. Terminus relationis, Eindpunt eener verhouding, uiterste eener verhouding. Terminus secundum essentiam rei, Uiterste wezensgrens. Terminus secundum quantitatem, Uiterste hoegrootheidsgrens.
2. Einddoel. Terminus extremus, Uiterste einddoel. Terminus proximus, Naaste einddoel. Terminus remotus, Verwijderd einddoel.
3. Begrip. Terminus convertibilis, Ruilbaar begrip. Terminus maior, Meerder begrip, meerderterm. Terminus medius, Middenterm, FRAENKEL 52, vergelijkingsterm, BEYSENS, LOGICA 126, middenbegrip. Terminus minor, Minderterm, minderbegrip. Terminus syllogisticus, Term der sluitrede.
4. Term, naam, bewoording. Terminus absolutus, Volstrekte term. Terminus abstractus, Afgetrokken term. Terminus aequivocus, Dubbelzinnige term, meerzinnige term, veelzinnige term, wisselzinnige term, wisselduidige term. Terminus aequivocus a casu, Onvoorwaardelijk dubbelzinnige term. Terminus aequivocus a consilio, In een bepaald opzicht dubbelzinnige term. Terminus aequivocus secundum quid, In een bepaald opzicht dubbelzinnige term. Terminus aequivocus simpliciter, Onvoorwaardelijk dubbelzinnige term. Terminus analogus, Deelsgelijkende term. Terminus analogus analogia proportionalitatis propriae, Naar eigenlijke evenredigheidsdeelsgelijkheid deelsgelijkende term. Terminus analogus secundum analogiam extrinsecam, Naar uiterlijke deelsgelijkheid deelsgelijkende term. Terminus analogus secundum analogiam intrinsecam, Naarinnerlijke deelsgelijkheid deelsgelijkende term. Terminus appellans, Toevoegende naam. Terminus appellatus, Toegevoegde naam. Terminus categorematicus, Zelfstandig beteekenende term. Terminus collectivus, Verzamelterm. Terminus communis, Gemeenschappelijke term. Terminus complexus, Samengestelde term. Terminus concretus, Concrete term. Terminus connotativus, Meebeteekenende term. Terminus discretivus, Afzonderende term. Terminus divisivus, Doelende term. Terminus enunciativus, Uitdrukkingsterm. Terminus essentialis, Wezenlijke term. Termini impertinentes, Niet verwante termen. Terminus infinitus, Oneindige term. Terminus mixtus, Gemengde term. Terminus personalis, Persoonlijke term. Termini pertinentes, Verwante termen. Terminus positivus, Stellige term. Terminus praedicamentalis, Hoofdbegrippelijke term. Terminus primae intentionis, Term van de eerste beschouwing. Terminus proprius, Geijkte term, eigen term. Terminus secundae intentionis, Term van de tweede beschouwing. Terminus significativus entis rationis, Een gedachteding te kennen gevende term. Terminus significativus entis realis, Een werkelijk ding te kennen gevende term. Terminus simplex, Enkelvoudige term. Terminus singularis, Bizondere term. Terminus substantialis, Zelfstandige term. Terminus syncategorematicus, Meebeteekenende term. Terminus transcendentalis, Transcendenteele term. Terminus universalis, Algemeene term. Terminus univocus, Eénzinnige term.
5. Termijn, tijdsbepaling. Terminus conventionalis, Overeengekomen termijn,
BELLEFROID 295. Terminus incertus, Onzekere tijdsbepaling, BELLEFROID 295. Terminus iudicialis, Rechterlijke termijn. Terminus legalis, Wettelijke termijn. Terminus resolutorius, Ontbindende tijdsbepaling, BELLEFROID 295 (RECHT).
