Verhouding, POTTERS 11, 94, betrekking. Relatio est, secundum quant aliqua ad invicem referuntur, S. THOMAS, COMM.
IN IV SETTENT. D. 27, Q. I, A. I, SED CONTRA, Verhouding is dit waardoor twee dingen op elkaar zijn aangewezen. — Ratio propria relationis non accipitur secundum comparationem ad illd in quo est, sed secundum comparationem ad aliquid extra, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 28, A. 2, c.. Het eigenlijke begrip van een verhouding wordt niet bepaald met betrekking tot dat wezen waarbijde verhouding voorkomt, maar met betrekking tot iets er buiten. — Relationes differunt in hoc ad omnibus aliis rerum generibus, quia ea, quae sunt aliorum generum, ex ipsa ratione sui generis habent quod sint res naturae ... Sed relatio habet quod sit res naturae ex sua causa per quam una res naturalem ordinem habet ad alteram; qui quidem ordo naturalis et realis est ipsis ipsa relatio, S. THOMAS, 1 Qu. QUODLIB. A. 2, C., Betrekkingen verschillen hierdoor van alle andere soorten van dingen, dat wat bij andere soorten hoort door zijn eigen soortelijken aard natuurding is, terwijl de betrekking natuurding is dank zij de oorzaak waardoor één ding van nature op een ander aangewezen is; deze natuurlijke en zaakelijke verhouding nu is voor bewuste dingen de betrekking. — Relationes habent esse dependens, quia earum esse est aliud ab esse substantiae, unde habent proprium modum essendi secundum proprium rationem sicut et in aliis accidentibus contingit, S. THOMAS, SUM. c.
GENT, IV, 14, Betrekkingen hebben een afhankelijk zijn, haar zijn is namelijk een ander zijn dan het zijn van de zelfstandigheid; zoo hebben ze dan ook, zooals met andere bijkomstigheden het geval is, overeenkomstig eigen aard een eigen zijnswijze. — Relatio fundatur in aliquo sicut in causa, similitudo in qualitate, et in aliquo sicut in subiecto ut in ipsis similibus, S. THOMAS, COMM. IN IV SENTENT. D. 27, Q. i, A. I, QLA. i, AD 3, Een betrekking steunt op iets als op zijn oorzaak; aldus gelijkenis op de hoedanigheid, en op iets als op zijn subject, aldus gelijkenis op de gelijkenden. — Relatio realiter substantiae adveniens et postremum et imperfectissimum esse habet, S. THOMAS, SUM.
C. GENT. IV, 14, Een verhouding die zakelijkerwijze een zelfstandigheid aandoet, heeft én het laatste én het meest onvolmaakte zijn— Relatio non potest esse absque aliquo absolute, s. THOMAS, SUM. C. GENT. IV, 10, Zonder iets volstrekts gaat een betrekking niet op. — Relationes ...
non recipiunt magis et minus, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 82, A. 4, C., Verhoudingen zjjn niet voor meer en minder vatbaar. — Relatio non facit compositum, Verhouding brengt geen samenstelling mee. — Relatio absoluta, Volstrekte verhouding. Relatio activa, Bedrijvende verhouding. Relatio ad extra, Verhouding naar buiten. Relatio ad intra, Verhouding naar binnen. Relatio aequalitatis, Gelijkheidsverhouding. Relatio aequiparantiae, Verhouding van evengelijkheid. Relatio assistens, Buiten het wezen blijvende verhouding. Si ... consideremus etiam in rebus creatis relationes secundurn id quod relationes sunt, sic inveniuntur esse assistenstes, non intrinsecus affixae; quasi significantes respectum quodammodo contingentem ipsam rem relatam, prout ab ea tendit in alterum. Si vero consideretur relatio secundum quod est accidens, sic est inhaerens subiecto et habens esse accidentale in ipso, S.
THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 28, A. 2, c., Indien we ... zelfs bij de geschapen dingen de betrekkingen beschouwen juist in zoover ze betrekkingen zijn, dan komen ze ons voor als staande naast het subjekt en niet als innerlijk er mee verbonden, d. i. op zulke wijze dat ze een op-iets-gericht-zijn aanduiden, waardoor ze eenigermate reiken tot aan de zaak. waarmee hun subjekt in betrekking staat. Indien we echter de betrekking beschouwen in zoover ze een bijkomstigheid is, dan komt ze voor ons als iets dat het subjekt aankleeft en een bijkomstig zijn heeft in het subjekt, THEOL. SUM. V.
D. H. THOMAS V. AQUINO II, 31-32. — Relatio categorica, Hoofdbegrippelijke verhouding. Relatio causalitatis, Oorzakelijkheidsverhouding. Relatio causalitatis efficientis, Verhouding van werkoorzakelijkheid. Relatio causalitatis finalis, Verhouding van doeloorzakelijkheid. Relatio causalitatis formalis, Verhouding van vormoorzakelijkheid. Relatio causalitatis formalis extrinsecae, Verhouding van uiterlijke vormoorzakelijkheid. Relatio causalitatis intrinsecae, Verhouding van innerlijke vormoorzakelijkheid. Relatio causalitatis materialis, Verhouding van stoffelijke oorzakelijkheid. Relatio causalitatis quae est mensura, Verhouding van maatoorzakelijkheid. Relatio causalitatis quae non est mensura, Oorzakelijkheidsverhouding die geen maatoorzakelijkheid is. Relatio convenientiae, Verhouding van overeenstemming. Relatio convenientiae secundum qualitatem, Verhouding van overeenstemming op grond van de hoedanigheid. Relatio convenientiae secundum quantitatem, Verhouding van overeenstemming op grond van de hoegrootheid. Relatio convenientiae secundum substantiam, Verhouding van overeenstemming op grond van de zelfstandigheid. Relatio creata, Geschapen verhouding. Relatio dependentiae, Afhankelijkheidsverhouding. Relatio disconvenientiae, Verhouding van nietovereenstemming. Relatio disconvenientiae secundum qualitatem, Verhouding van niet-overeenstemming op grond van de hoedanigheid. Relatio disconvenientiae secundum quantitatem, Verhouding van niet-overeenstemming op grond van de hoegrootheid. Relatio disconvenientiae secundum substantiam, Verhouding van niet-overeenstemming op grond van de zelfstandigheid. Relatio disquiparantiae, Verhouding van onevengelijkheid. Relatio divina, Goddelijke verhouding. Relatio filiationis, Zoonschapsverhouding. Relatio generationis, Teelverhouding. Relatio identitatis, Eenzelvigheidsverhouding. Relatio inhaerens, Aanklevende verhouding. Relatio intrinseca, Innerlijke verhouding. Relatio logica, Gedachteverhouding. Relationes matrimoniales, Huwelijksbetrekkingen. Relatio mensurae, Maatverhouding. Relatio mixta, Gemengde verhouding. Relatio mutua, Wederkeerige verhouding, onderlinge verhouding. Relatio nativitatis, Geboorteverhouding. Relatio non-mutua, Niet wederkeerige verhouding, niet-onderlinge verhouding. Relationes oppositae, Tegenover elkaar staande verhoudingen, tegenover elkaar gestelde verhoudingen. Relatio originis, Verhouding van oorsprong, POTTERS I, 155, betrekking van oorsprong, POTTERS I, 157. Relatio passiva, Lijdende verhouding. Relatio paternitatis, Vaderschapsverhouding. Relatio personalis, Persoonlijke verhouding. Relatio personifica, Persoonvormende verhouding. Relatio praedicamentalis, Hoofdbegrippelijke verhouding. Relatio principii, Beginselverhouding. Relatio prioritatis, Voorrangsverhouding. Relatio quantitatis, Hoegrootheidsverhouding. Relatio rationis, Gedachtebetrekking, POTTERS II, 86; VAN COPPENOLLE, ALGEMEENE SAKRAMENTENLEER 161, redebetrekking, redeverhouding, begripsbetrekking, gedachteverhouding. Relationes, quae consequuntur operationaem intellectus, sunt relationes rationis, s. THOMAS, SUM.
THEOL. I, Q. 28, A. 1, ARG. 4, Verkondingen die op een verstandsverrichting volgen zijn redeverhoudingen. — Aliquando ... respectus significaties per ea, quae dicuntur ad aliquid, est tantum in ipsa apprehensione rationis conferentis unum alteri, et tunc est relatio rationis tantum, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 28, A. I, c., Soms bestaat de verhouding die beteekend wordt door het begrip « tot iets anders te zijn », alleen voor de rede die tusschen beide een verband legt en dan hebben we een loutere gedachtebetrekking. — Sicut realis relatio consistit in ordine rei ad rem, ita relatio rationis consistit in ordine intellectuum, S.
THOMAS, QU. DISP. DE POTENTIA Q. 7, A. II, C., Zooals de zaaklijke betrekking op een verhouding van één ding tot een ander ding neerkomt, zoo ook komt de redebetrekking neer op een verhouding van één inzicht tot een ander. — Relatio realis, Werkelijke betrekking, POTTERS II, 86; QUAADVLIET I, 18-19, zaakbetrekking, VAN ALTDORF 62. — Respectus aliquando est in ipsa natura rerurn, ... et huiusmodi relationes oportet esse reales, s. THOMAS, SUM. THEOL.
I, Q. 28, A. I, C., Soms hoort een verhouding in de natuur ze/f der dingen thuis, dergelijke verhoudingen zijn dan ook zaaklijk. — Relatio in Deo ad creaturam non est realis, sed secundum rationem tantum, relatio vero creaturae ad Deum est relatio realis, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 45, A. 3, AD I, De verhouding van God tot het schepsel is niet zaaklijk, maar allleen begrippelijk, de verhouding integendeel van het schepsel tot God is een zaaklijke verhouding. — Relatio realis transcendentalis, Transcendenteele werkelijke betrekking. Relatio secundum dici, Verhouding naar den naam. Relatio secundum esse, Verhouding naar het wezen. Relatio secundum rationem, Redeverhouding. Relatio secundum rem, Zaaklijke verhouding. Relatio similitudinis, Verhouding van gelijkenis. Relatio subsistens, Zelfstandige verhouding. Relatio temporalis, Tijdelijke verhouding. Relatio transcendentalis, Transcendenteele verhouding.