Niets. Idem ... est nihil quod nullam ens, s. THOMAS, SUM.
THEOL, I, Q. 45, A. 1, C., Niets is hetzelfde als onzijnde. — Cum dicitur aliquid ex nihilo fieri, haec praepositio « ex » non designat causam materialem sed ordinem tantum, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 45, A. I, AD 3, Wanneer gelegd wordt dat iets uit niets gemaakt wordt, dan geeft het voorzetsel « uit» niet de stoffelijke oorzaak, maar alleen de verhouding te kennen. — Ex nihilo nihil fi(t), s. THOMAS, SUM.
THEOL. I, Q. 45, A. 2, AD 1, Uit niets komt niets voort. — Nihil dat quod non hahet, Niets kan geven wat het niet heeft. — Nihil in nihilum ahiit, Niets vergaat in niets. — Omne quod est ex nihilo, in nihilum tendit, Al wat uit niets voortkomt streeft naar het niet.
