Wat is de betekenis van nihil?

(Lat.), bw., niets, inz. m. betr. tot geldswaarde : de ontvangsten waren nihil.

nihil, niets.

nihil - Onbepaald voornaamwoord 1. niets of nul ♢ De opbrengst van de inzameling was praktisch nihil. Woordherkomst van het Latijnse woord nihil Synoniemen niets noppes nada

nihil - bijwoord uitspraak: ni-hil 1. geen geld ♢ de opbrengst was nihil Bijwoord: ni-hil Synoniemen niets, noppes

[Lat. = niets, ook. samengetrokken tot nil, z.a.] niets; nihil humani (of: humani nil) a me alienum puto, niets menselijks acht ik mij vreemd; nihil obstat, lett.: er staat niets in de weg; er zijn geen bezwaren.

niets

en (poët.) samengetr. nīl, n. indecl. 1. subst., niets, loqui, Cic.; c. gen., niets, geen, n. rerum humanarum, Cic., n. mali, Cic.; m. adiectiva, n. honestum, n. forte, Cic.; n. esse, niets betekenen, - vermogen, Cic., alqm n. putare, voor niets achten, Cic., n. dicere, niets gegronds, Cic., ...

(Lat. nil), niets.

Niets. Idem ... est nihil quod nullam ens, s. THOMAS, SUM. THEOL, I, Q. 45, A. 1, C., Niets is hetzelfde als onzijnde. — Cum dicitur aliquid ex nihilo fieri, haec praepositio « ex » non designat causam materialem sed ordinem tantum, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 45, A. I, AD 3, Wanneer gelegd wordt da...