Kennen. Secundum hoc a cognoscente aliquid cognoscitur, quod ipsum cognitum aliquo modo est apud cognoscentem, S. THOMAS, QU.
DISP. DE VERITATE Q. 2, A. 2, C., lets wordt door den kenner gekend in zoover het enigszins bij den kenner is. — Dupliciter aliquid cognoscitur duo modo in seipso, alio modo in altero. In seipso quidem cognoscitur aliquid, quando cognoscitur per speciem propriam adaequatam ipsi cognoscibili, ... in alio autem videtur id, quod videtur per speciem continentis, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 14, A. 5, C., Iets kan op twee wijzen gekend worden én in z[ch zelf, én in een ander, Iets wordt in zichzelf gekend wanneer het gekend wordt door een eigen kenbeeld, volkomen bij het gekende aansluitend ...
Iets wordt gekend in een ander, wanneer het gekend wordt door iets, waarin het vervat is, THEOL. SUM. I, 381. — Cognoscere aliquid indistincte medium est inter puram potentiam et actum perfectum, S. THOMAS, COMM. IN I PHYSIC. LECT. I, N° 7, Iets op onduidelijke wijze te kennen is een schakel die tusschen louteren aanleg en de volmaakte daad in ligt. — Eadem sunt principia essendi et cognoscendi, Dezelfde beginselen beheerschen wecken en kennen. — Sicut se res habet ad esse, ita ad cognosci, In dezelfde verhouding waarin iets tot het zijn staat, staat het ook tot het gekend worden. — Universaliter rem cognoscere est perfectius cognoscere, Iets op algemeene wijze te kennen is het volmaakt kennen. — Nihil volium quod non cognitum, Niets wordt gewild of het moet ook gekend zijn.