Kennis. Praecipuum in cognitione alicuius rei est scire de ea quid est, S. THOMAS, SUM.
C. GENT. III, 50, Hoofdtaak in de kennis van iets is te weten wat dit is. — Omnis cognitio est secundum aliquans format, quae est in cognoscente principium cognitionis, S. THOMAS, QU.DISP.DE VERITATE Q. 10, A. 4, C., Alle kennis geschiedt met behulp van een vorm die bij hem die kent beginsel der kennis is. — Omnis cognitio est per speciem aliquant, per cuius informationem fit assimilatio cognoscentis ad rem cognitam, S. THOMAS, COMM. IN I SENT.
D. 3, Q. I, A.I, ARG. 3, Alle kennis geschiedt met behulp van een kenbeeld dat door zijn vormgeving tusschen het kennend wezen en het gekende voorwerp gelijkenis bewerkt. — Cognitio... contingit,secundum quod cognitum est in cognoscente, s. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 12, A. 4, C., Er is kennis, in zoover het gekende in den kennende is, THEOL. SUM.
I, 255. — Secundum ordinem immaterialitatis in rebus, secundum hoc in eis natura cognitionis invenitur, s. THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 2, A. 2, C., Naar gelang de wezens meer of minder onstoffelijk fijn, zal bij hen de kennis deze of gene geaardheid verloonen. — Omnis cognitio est secundum modum eius, quo aliquid cognoscitur, S. THOMAS, COMMENT. IN DE DIVINIS NOMINIBUS, C. 7, LECT. 3, Alle kennis is van denzelfden aard als dat door welks toedoen iets gekend wordt. — Cognitio non (est) nisi entis, s.
THOMAS, QU. DISP. DE VERITATE Q. 2, A. 3, AD 12, Kennis betreft alleen het wezen. — Non ... pervenimus ad cognitionem ignoti, nisi per aliquid magis notum, S. THOMAS, COMM. IN I ANAL. POST.
LECT. 23, N° 4, Tot kennis van iets onbekends komen we alleen met behulp van iets dat we beter kennen. — Modus cognoscendi sequitur modum essendi, De kenwijze volgt op de zijnswijze. — Cognitio absoluta, Volstrekte kennis. Cognitio abstracta, Afgetrokken kennis. Cognitio abstractiva, Aftrekkende kennis. Cognitio actualis, Daadwerkelijke kennis. Cognitio adaequata, Adaequate kennis. Cognitio adquisita, Aangeworven kennis. Cognitio enigmatica, Raadselachtige kennis. Cognitio affectiva, Gevoelskennis. Cognitio analoga, Deelsgelijkende kennis, deelsgelijke kennis. Cognitio apparens, Schijnkennis. Cognitio apprehensiva, Waarnemende kennis. Cognitio beata, Zalige kennis, zaligende kennis. Cognitio certa, Zekere kennis. Cognitio certitudinalis, Zekere kennis. Cognitio collativa, Vergelijkende kennis. Cognitio communis, Algemeene kennis. Cognitio completa, Volledige kennis. Cognitio complexa, Samengestelde kennis. Cognitio composita, Samengestelde kennis. Cognitio comprehensiva, Omvattende kennis. Cognitio confusa, Verwarde kennis. Cognitio coniecturalis, Gissende kennis, kennis door gissing. Quicumque cognoscit effectum contingentem in causa sua tantum, non habet de eo, nisi coniecturalem cognitionem, S. THOMAS, SUM. THEOL. I, Q. 14, A. 13, C., Wie een wisselvallig uitwerksel alleen in zijn oorzaak kent, zal alleen een gissende kennis er van hebben. — Cognitio coniuncta, Aansluitende kennis. Cognitio contemplativa, Beschouwende kennis. Cognitio creata, Geschapen kennis. Cognitio deficiens, In gebreke blijvende kennis.
Cognitio demonstrativa, Betoogende kennis. Cognitio determinata, Bepaalde kennis. Cognitio directa, Rechtstreeksche kennis. Cognitio discursiva, Redeneerende kennis. Cognitio distincta, Duidelijke kennis. Cognitio divina, Goddelijke kennis. Cognitio eminens, Overtreffende kennis. Cognitio erronea, Valsche kennis. Cognitio evidens, Klaarblijkelijke kennis. Cognitio experimentalis, Ervaringskennis, proefondervindelijke kennis. Cognitio explicita, Uitdrukkelijke kennis. Cognitio fidei, Geloofskennis. Cognitio formalis, Vormelijke kennis. Cognitio generalis, Algcmeene kennis. Cognitio gloriae, Hemelsche kennis. Cognitio gratiae, Genadekennis. Cognitio habitualis, Hebbelijke kennis. Cognitio imaginativa, Verbeeldingskennis. Cognitio immaterialis, Onstoffelijke kennis. Cognitio imperfecta, Onvolmaakte kennis. Cognitio implicita, Onuitgedrukte kennis. Cognitio impropria, Oneigenlijke kennis. Cognitio inadaequata, Onadaequate kennis. Cognitio incerta, Onzekere kennis. Cognitio indeterminata, Onbepaalde kennis. Cognitio indirecta, Onrechtstreeksche kennis. Cognitio indistincta, Onduidelijke kennis, verwarde kennis. Cognitio infallibilis, Onfaalbare kennis, onfeilbare kennis. Cognitio infusa, Ingestorte kennis. Cognitio innata, Aangeboren kennis. Cognitio inquisitiva, Vorschende kennis. Cognitio intellectiva, Verstandelijke kennis, POTTERS v, 137. Cognitio intellectualis, Verstandelijke kennis. Cognitio intellectualis est perfectior, S. THOMAS, COMMENT.
IN I PHYSIC. LF.CT. I, N° 8, Verstandelijke kennis is de voortreffelijkste kennis. — Cognitio intellectus, Verstandelijke kennis. Sensus cognitio, quae est singularium, praecedit cognitionem intellectus ... quae est universalium, S. THOMAS, COMM. IN I PHYSic. LEGT.
I, N° 8, Zintuigelijke kennis, die overigens de afzonderlijke wezens betreft, gaat verstandelijke kennis, die het algemeene betreft, vooraf. Cognitio intuitiva, Aanschouwende kennis, POTTERS V, 157. Cognitio iudicativa, Oordeelende kennis. Cognitio materialis, Stoffelijke kennis. Cognitio matutina, Morgenkennis, JANSSENS, HET MENSCHGEWORDEN WOORD 272. Cognitio mediata, Middellijke kennis. Cognitio mediata formaliter, Vormelijk middellijke kennis. Cognitio mediata obiective, Voorwerpelijk middellijke kennis. Cognitio mediata obiective tantum, Louter voorwerpelijk middellijke kennis. Cognitio mediata subiective, Subjektief middellijke kennis. Cognitio meridiana, Middagkennis. Cognitio meritoria, Verdienstelijke kennis. Cognitio naturalis, Natuurlijke kennis. Cognitio necessaria, Noodzakelijke kennis. Cognitio negativa, Kennis door ontkenning. Cognitio non analoga, Niet deelsgelijkende kennis. Cognitio non stricte quidditativa, Niet eigenlijk waarlijke kennis. Cognitio obscura, Duistere kennis, donkere kennis. Cognitio particularis, Bizondere kennis. Cognitio patriae, Hemelsche kennis. Cognitio per causam, Kennis uit de oorzaak. Cognitio per causas ultimas, Kennis uit de laatste oorzaken. Cognitio per causas ultimas in aliquo genere, Kennis uit de op een bepaald gebied laatste oorzaken. Cognitio per causas ultimas secundum quid, Kennis uit de in een bepaald opzicht laatste oorzaken. Cognitio per causas ultimas simpliciter, Kennis uit de onvoorwaardelijk laatste oorzaken. Cognitio per effectum, Kennis uit de uitwerkselen. Cognitio per speciem, Kennis uit den soortelijken vorm. Cognitio perfecta, Volmaakte kennis. Cognitio philosophica, Wijsgeerige kennis. Cognitio positiva, Stellige kennis. Cognitio positivo-negativa, Niet louter stellige kennis. Cognitio potentialis, Kennis in aanleg. Cognitio practica, Praktische kennis. Cognitio prima, Eerste kennis. Cognitio primitiva, Oerkennis. Cognitio privativa, Beroovende kennis. Cognitio propria, Bizondere kennis. Cognitio quidditativa, Watheidelijke kennis. Cognitio ratiocinativa, Redeneerende kennis. Cognitio recta, Juiste kennis. Cognitio reflexa, Terugschouwende kennis. Cognitio remota, Afzonderlijke kennis. Cognitio scientifica, Wetenschappelijke kennis. Cognitio sensibilis, Zintuigelijke kennis, zinnelijke kennis. Cognitio sensitiva, Zinnelijke kennis, POTTERS v, 137, zintuigelijke kennis. Cognitio sensus, Zintuigelijke kennis. Sensus cognitio, quae est singularium, praecedit cognitionem intellectus in nobis, quae est miversalium, S. THOMAS, COMM. IN I PHYSIC. LECT. I, N° 8, Zintuigelijke kennis, die overigens de afzonderlijke wezens betreft, gaat verstandelijke kennis in ons, die het algemeene betreft, vooraf. — Cognitio simplex, Enkelvoudige kennis. Cognitio specifica, Soortelijke kennis. Cognitio specularis, Spiegellijke kennis, RUUSBROEC III, 168. Cognitio speculativa, Bespiegelende kennis. Cognitio stricte quidditativa, Eigenlijk watheidelijke kennis. Cognitio supernaturalis, Bovennatuurlijke kennis. Cognitio supersubstantialis, Bovenzclfstandeiijke kennis. Cognitio theologica, Theologische kennis, godgeleerde kennis. Cognitio theoretica, Leerstellige kennis. Cognitio ultima, Laatste kennis. Cognitio uniformis, Eénvormige kennis, gelijksoortige kennis. Cognitio universalis, Algemeene kennis.
Cognitio vera, Ware kennis. Cognitio vespertina, Avondkennis, JANSSENS, HET MENSCHGEWORDEN WOORD 272. Cognitio viae, Aardsche kennis. Cognitio virtualis, Kiemelijke kennis.
