1. Geluk, zaligheid, gelukzaligheid. Liquet ... esse beatitudinem statum bonorum omnium congregation perfectum, BOETHIUS, III DE CONSOL.
PHILOS. PROSA 2, De gelukzaligheid blijkt een dank zij het samenvloeien van alle goederen volmaakte staat te zijn — Beatitudo ... est bonum perfectum, quod totaliter quietat appetitum, alioquin non es set ultimus finis, si adhuc restaret aliquid appetendum, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 2, A. 8, C., Het geluk is het volmaakt goed, dat het streefvermogen geheel bevredigt, anders, indien er nog iets na te streven bleef, zou het ‘t laatste doel niet wezen, DE COCK, OVER HET GELUK 213. — Beatitudo est consecutio finis ultim S. THOMAS, SUM.
THEOL. I-II, Q. 3, A. 4, C., Het geluk is het bereiken van het laatste doel, DE COC K, OVER HET GELUK 294. Essentia beatitudinis in actu intellectus consistit, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 3, A. 4, C., Het wezen van het geluk bestaat in een verstandsdaad, DE COCK, OVER HET GELUK 294. — Ad beatitudinem... duo requiruntur: unum, quod est essentia beatitudinis, aliud, quod est quasi per se accidens eius, scilicet delectatio ei adimeta, s.
THOMAS I-II, Q. 3, A. 4, C., Het geluk vordert twee dingen: een dat het wezen is van het geluk-, een ander, dat er als van zelf bijkomt, t. w. het er aan verbonden genot, DE COCK, OVER HET GELUK, 293-94. — Impossibile est beatitudinem hominis esse in aliquo bono creato, s. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 2,A. 8, C., Het geluk van den mensch kan in geen geschapen goed bestaan. — Voluntas nostra ex necessitate vult beatitudinem, S. THOMAS, SUM. THEOL.
I, Q. 19, A. 3, C., Onze wil wil noodzakelijk het geluk. — Desiderium beatitudinis est virtule in omnibus aliis desideriis, sicut causa in effectu, S. THOMAS, COMM. IN IV SENTENT., D. 49, Q. I, A. 3, SOL. 4, AD 6, Het verlangen naar het geluk schuilt, evenals de oorzaak in het uitwerksel, kiemsgewijze in alle andere verlangens. — Quamvis omne desiderium ad beatitudinem referatur, non tamen oportet quod in omni desiderio de beatitudine actualiter cogitetur, IBIDEM, Hoewel het elk verlangen om het geluk te doen is, toch hoeft niet bij elk verlangen de streving naar het geluk metterdaad bewust te zijn — Beatitudo accidentalis, Bijkomstige zaligheid, POTTERS III, 273. Beatitudo activa, Bedrijvend geluk. Beatitudo aeterna, Eeuwig geluk. Beatitudo angeli, Gelukzaligheid der engelen. Beatitudo apparens, Schijngeluk. Beatitudo bestialis, Dierlijk geluk. Beatitudo caelestis, hemelsch geluk, hemelsche zaligheid. Beatitudo completa, Volkomen geluk. Beatitudo contemplativa, Beschouwend geluk. Beatitudo creata, Geschapen geluk. Beatitudo Dei, Goddelijke gelukzaligheid. Beatitudo essentialis, Wezenlijk geluk, wezenlijke gelukzaligheid. Beatitudo falsa, Schijngeluk. Beatitudo finalis, Eindgeluk. Beatitudo formalis, Gelukzaligheid als zoodanig. Beatitudo formalis quoad essentiam, Gelukzaligheid als zoodanig naar haar wezenheid beschouwd. Beatitudo formalis quoad statum, Gelukzaligheid als zoodanig naar den staat beschouwd. Beatitudo futura, Toekomend geluk. Beatitudo hominis, Gelukzaligheid der menschen. Beatitudo imperfecta, Onvolmaakt geluk. Ad beatitudinem imperfectam, qualis in hac vita potest haberi, requiruntur exteriora bona non quasi de essentia beatitudinis exsistentia, sed quasi instrumentaliler deservientia beatitudini, quae consistit in operatione virtutis, S. THOMAS, SUM. THEOL.
I-II, Q. 4, A. 7, c., Tot het onvolmaakt geluk in dit leven zijn uitwendige goederen noodig; niet als tot het wezen van geluk behoorend, maar als zijnde werktuigen tot het geluk, hetwelk... bestaat in de werking der deugd, DE COCK.OVER HET GELUK, 353. — Beatitudo in communi, Onbepaalde gelukzaligheid. Beatitudo incohata, Aanvangend geluk. Beatitudo increata, Ongeschapen geluk. Beatitudo naturalis, Natuurlijk geluk. Beatitudo obiectiva, Voorwerp van de gelukzaligheid. Beatitudo opinata, Vermeend geluk. Beatitudo participata, Ten deel gekregen geluk. Beatitudo patriae, Hemelsch geluk. Beatitudo per essentiam, Wezenlijk geluk. Beatitudo perfecta, Volmaakt geluk. Beatitudo perpetua, Blijvend geluk. Beatitudo praesentis vitae, Geluk van het tegenwoordige leven. Beatitudo propinqua, Nabij geluk. Beatitudo remota, Verwijderd geluk. Beatitudo secundum quid, Beperkt geluk. Beatitudo simpliciter, Volstrekt geluk. Beatitudo spei, Verhoopt geluk. Beatitudo spiritualis, Geestelijk geluk. Beatitudo subietiva, Subjektief geluk. Beatitudo subiectiva quoad essentiam, Subjektief geluk naar de wezenheid beschouwd. Beatitudo subiectiva quoad statum, Subjektief geluk naar den staat beschouwd. Beatitudo supernaturalis, Bovennatuurlijk geluk. Beatitudo terrena, Aardsch geluk. Beatitudo ultima, Eindgeluk. Beatitudo vera, Waar geluk. Beatitudo viae, Aardsch geluk. Beatitudo voluptuosa, Genotsgeluk. 2. Zaligheid, POTTERS II, 301, zaligprijzing, POTTERS v, 223. Beatitudines dicuntur solum perfecta opera, quae etiam ratione suae perfectionis magis attribuuntur donis, quam virtutibus, S. THOMAS, SUM. THEOL. I-II, Q. 70, A. 2, C., Alleen volmaakte daden, die om haar volmaaktheid eerder op de gaven dan wel op de deugden teruggaan, worden zaligheden genoemd.
