Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

wous

betekenis & definitie

(vnl. jeugdtaal) gek iemand; dwaas. Komt ook voor als bijvoeglijk naamwoord en als uitdrukking: helemaal wous zijn aan iets of iemand.

Marihuanarokers worden nog steeds gestigmatiseerd. Ja, Koos Koets, die sfeer. Het hippiehoekje, de wous. (Algemeen Dagblad, 08/06/1993)

De meeste Hollanders denken sowieso dat iedere kunstenaar een halve wous is. (Jaap Scholten, Aad Donker, The Gentle Giant. Gepubliceerd in Vrij Nederland, datum niet bekend)

< >