(in Joodse kringen) eter van ongeoorloofd vlees. Van het Jiddischs tereife (ritueel ongeoorloofd; onrein) en acheler (van het werkwoord achelen, eten).
Gaat hem zien de zwarte wreedaard, de vrouwenrover, de kindervreter, de treife-acheler! (Siegfried E. van Praag, La Judith, 1980)