Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

stumper, stumperd, stumperbumper

betekenis & definitie

beklagenswaardig persoon. Het Middelnederlandse stomper was een afleiding van stomp (stompje been of arm).

En Daniël was bang, de arme stumper was vreeselijk bang... (J.J. Cremer, Daniël Sils, 1856)

Stumper! Dat verbeeldt z’n eige ook een mens te zijn! (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)

< >