stijf iemand; houterig persoon. W.F.
Hermans werd vanwege zijn houterig gedrag tijdens gymnastiek door zijn medeleerlingen zo genoemd. Vgl. stalen jezus.Ik ben in het Zuiden geboren, in Den Bosch. Daar heb je nog die zangerigheid. Terwijl, boven de Moerdijk, daar gaat dat op één boekhoudersdreun door. Stijve Jezussen zijn het! (Humo, 25/10/1979)
Stijve Jezus, haha! Ik kwam met allerlei scheldwoorden thuis die ik niet kende, ik was een paar dagen op school, toen ving ik al het woord klerelijer op, daar heb ik dagen over lopen te piekeren, wat dat nou wel was, of ’t aan m’n kleren lag of zo. (Frans A. Janssen (samenstelling), Scheppend nihilisme. Derde druk, 1983)
