(Bargoens) Turkse of Algerijnse straathandelaar. Zie ook tsjoektsjoek.
Sjoek-sjoek: Turkse of Algerijnse straatkoopman in kleden of snuisterijen. (E.G.van Bolhuis, De Gabbertaal, 1937)
Gepubliceerd op 02-01-2020
betekenis & definitie
(Bargoens) Turkse of Algerijnse straathandelaar. Zie ook tsjoektsjoek.
Sjoek-sjoek: Turkse of Algerijnse straatkoopman in kleden of snuisterijen. (E.G.van Bolhuis, De Gabbertaal, 1937)
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: