Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Lul-in-de-pot

betekenis & definitie

onaangename, vervelende vent. In-de-pot wellicht gebruikt ter versterking, mogelijk met bijgedachte aan dood in de pot.

M’n baas was een lui in de pot, een Joris Goedbloed. (Haring Arie, Een leven aan de Amsterdamse zelfkant, 1968)

... zo’n sjieke Franse flapdrol zo’n lul-in-depot. (Jan Cremer, Ik Jan Cremer, 1964)

Wat ben jij gadsamme een ontiegelijke lui in de pot. (de Volkskrant, 21/11/1992)

< >