Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 16-05-2017

hol(en)kruiper

betekenis & definitie

vleier, mooiprater, kruiper.

Ze werd furieus. ‘Hielenlikker. Holkruiper!’ (Hermine de Graaf, Aanklacht tegen onbekend, 1987)

Holenkruiper: iemand die met vleierij hogerop probeert te komen (ook: bruinwerker). (Wim de Jong & Henrico Prins, Kantoortaal. Zakwoordenboek voor op het werk, 1997)

< >