chagrijnig persoon. Eigenlijk: ontevreden gezicht (in deze betekenis reeds terug te vinden in een Rotterdamse woordenlijst: Opoe Herfst, 1973).
Dolf is gewoon een goor stuk hoefijzerbek dat zich hier met semi-intellectueel gelul kan handhaven. (Boudewijn Büch, Links, 1986)