slimmerik; leperd; gehaaid persoon. Oorspronkelijk een studententerm.
Mogelijk gevormd onder invloed van het Latijn. Het is ook een variant op het scheldwoord gladakker.
Van oorsprong Amsterdams? Zie hiervoor o.a. Berns (2002).
Syn.: linkmiegel. Andere samenstellingen met janus zijn grobbejanus en slapjanus.Was dat geen echte vraag van een gladjanus? (Het Volk, 22/07/1914)
En zo’n gladjanus uit Engeland met een scherfie in z’n oog tegen zo’n vetgemest varken uit Pruisen. (A.M. de Jong, Frank van Wezels roemruchte jaren, 1928)
De duivel hale hem, die gladjanus, die ons met opzet die Borgia op ons dak heeft geschoven. (Hella Haasse, Scharlaken Stad, 1952)