Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ezel (2)

betekenis & definitie

2) (soldatentaal, verouderd) infanterist. Ontleend aan de afdruk van het ijzer aan de schoenhakken die gelijkenis vertoonden met de hoefijzers van ezels.

Vgl. bokkenpoot.Ezel: infanterist. Anderen zien in die hakijzerindrukken gelijkenis met ezels-hoefijzers: vandaar de naam. (Jac. van Ginneken, Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II, 1914)

< >