dronkaard; zuiplap.
J. Leenes: Een dronken tor in Rotterdam, of wie zijn neus schendt... (tijdschrift van de Stichting Jacob Campo Weyerman, nr. 10, 1987)
‘Dronken tor!’ gilde Noëlle. (Ronald Giphart, Giph, 1993)
Je maakt jezelf belachelijk, dronken tor. (Ronald Giphart, Phileine zegt sorry, 1996)