dronken tor
(1939) (inf.) dronkaard. Zie ook: dronken als een tor. • Als die dronken tor nu maar vast op zijn kamer was dan zou het nog wel losloopen. (Nieuwe Venlosche courant, 05/10/1939) • Ik had drie dagen niet gedronken, want — dat zou je misschien niet zeggen — ik ben erg trots, ik wilde daar niet als een dronken tor binnenkomen. (...