Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

bunzing

betekenis & definitie

iemand die zich zelden of nooit wast en daardoor stinkt. Een bunzing is een soort van marter die, wanneer hij in het nauw wordt gedreven, als verdedigingsmiddel een scherpriekend vocht afscheidt.

Dit scheldwoord is vooral populair onder mariniers (zie Harmsen). De zegswijze hij stinkt als een bunzing komt o.a. voor bij Mollema.In Twente kent men de uitdrukking twaalf boeren en 'n ulk (bunzing), dat zint detteen stinkers. Het Bargoense en gewestelijke woord bunzig betekent ‘afkerig, bang’, in de boeken van Herman de Man en Antoon Coolen komen we wel eens de uitdrukking ‘ben je van mij niet bunzig?’ tegen. Letterlijk zou dit betekenen: stink ik voor jou niet? Bedoeld wordt echter: ben je niet afkerig van me? ‘Wilde jij die soms in je lijer, bunzing?’ vroeg hij toonloos. (Jan van Daalen, Sans rancune, 1991)

< >