(jeugdtaal) (verkorting van burgermannetje) saai, burgerlijk type; iemand met een foute smaak. Jaren tachtig, vaak (maar niet altijd) pejoratief.
Onder studenten kan het ook slaan op een niet-studentikoze student. Volgens de internetencyclopedie Wikipedia: ‘afgestudeerde of bijna afgestudeerde die zich min of meer aan het studentenleven onttrokken heeft’.
Een synoniem is: burgo. ‘Daar heb je een “buma”,’ zei het nichtje en ze wees op een jongeman, waar ik op het eerste gezicht niks vreemds aan zag. ‘Wat,’ zei ik ‘een buma?’ ‘Ja, een buma. Heb je daar nog nooit van gehoord?' ‘Nee,’ moest ik bekennen. ‘Buma staat voor burgermannetje,’ doceerde mijn nichtje. ‘Zo noem je iemand met een foute smaak, gewoon een verkeerd type.’ (Nieuwe Revu, 29/08/1987)Regisseur Norman Jewison (22 films in 24 jaar waaronder ‘Cincinnati Kid’ en ‘Fiddler on the Roof’) heeft samen met cameraman David Watkin (‘Out of Africa’) een film neergezet waar zelfs de grootste zuurpruimen vrolijk uit zullen komen, of het nu om Yups gaat of om Buma’s. (Preview, maart/april 1988)