Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Gepubliceerd op 02-01-2020

achteropwerker

betekenis & definitie

(Bargoens) homoseksueel. Zinspeling op anale seks.

Voor het eerst vermeld in de Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Talrijke synoniemen: aambeienschoffelaar, achtergeveltoerist, anuscoureur, billenartiest, bruinwerker, chocoladeridder, darmklimmer, flikker, Griek, hintemer, holdouwer, jeannet, kontbewerker, mestkever, mietje, poot, rugartiest.

< >