Station Blaak is een openbaar vervoersknooppunt aan de Blaak, werd op 15 september 1993 door koningin Beatrix geopend, tegelijk met de Willemsspoortunnel.
Het ontwerp kent vele ruimtelijke effecten die versterkt worden door kleur- en lichteffecten. Bovengronds is het station herkenbaar aan de grote transparante schotel met een doorsnede van 35 meter, naar ontwerp van L.I. Vákár. Ze wordt gedragen door een schaalconstructie die is opgehangen aan een boog met een spanwijdte van 62,5 meter. Het geheel oogt als een soort geopende ‘putdeksel’ boven de ingang naar het ondergrondse station. Vandaar de bijnamen ‘vliegende schotel’, ‘putdeksel’ of ‘fluitketel’.
In de boog zijn verspringende blauwe en gele neonbuizen aangebracht. De gele gaan branden als een trein richting CS vertrekt, de blauwe zijn voor de richting Dordrecht.
Via roltrappen, liften en vaste trappen komt men via de noordhal naar de 14 meter ondergrondse perrons. Via trappen zijn ze met de kruisende metrobuis verbonden en sluiten aan op de zuidhal. Hier zijn de restanten van de oude stadsmuur te zien die tijdens de werkzaamheden werden blootgelegd. Geluidsoverlast wordt gereguleerd door allerlei technische vindingen, zoals golvende isolatieplafonds en rubberen matten waarop de rails liggen. De open verbinding naar buiten voorziet het station van daglicht, vergroot de veiligheid en vormt een oplossing voor de luchtverplaatsing veroorzaakt door passerende treinen.