Kun je spreken van de uitbraak van een epidemie?
Volgens de woordenboeken niet. Die vermelden bijna allemaal bij uitbraak alleen de betekenis ‘ontsnapping door middel van braak’. Uitbarsting heeft wel de bedoelde betekenis: ‘het in volle hevigheid gaan beginnen, gaan woeden: de uitbarsting van een oorlog, van het onweer, van een ziekte’. Er is bij de vorming van uitbraak hoogstwaarschijnlijk uitgegaan van het werkwoord uitbreken, dat ‘plotseling ontstaan en zich verbreiden’ betekent. Misschien stuurde uitbarsting de gedachten te veel naar een woede-uitbarsting of de uitbarsting van een vulkaan. Bovendien komt volgens één woordenboek - Van Dale EngelsNederlands - uitbraak toch al voor als synoniem van uitbarsting. Bij outbreak vermeldt dit woordenboek: ‘uitbarsting → uitbraak, het uitbreken, het uitbarsten’.
Het is aannemelijk dat uitbraak in de volgende drukken van de woordenboeken terug te vinden zal zijn met de betekenisomschrijving ‘uitbarsting, de uitbraak van een epidemie’.