Het pappen en nat houden ‘de zaak zo’n beetje aan de gang houden’ stamt uit de tijd dat het nog volop in de mode was om wanden te behangen. Pappen betekende ‘de lijmpap aanmaken’. Om te zorgen dat het behangsel goed plakt moet men het constant nat houden.
Maar de uitdrukking pappen en nat houden moet vroeger, naast deze behangtechnische betekenis, ook in wat minder nette zin zijn gebruikt.
F.A. Stoett vermeldde in 1943 in zijn standaardwerk over spreekwoorden en uitdrukkingen niets over behang plakken, maar omschreef de betekenis van de uitdrukking met: ‘in obscoenen zin “coire”’. Coire is Latijn voor ‘neuken.’